Ik wil weten wat mijn risico op hart- en vaatziekten is

In het kort

In het kort

  • De bekendste hart- en vaatziekten zijn: hartinfarct, beroerte, hartkramp en etalagebenen (pijn in de kuiten bij lopen).
  • Uw risico hierop is verhoogd bij:
    roken, hoge bloeddruk, hoog cholesterol, diabetes, nierschade, reuma, hart- en vaatziekten in uw familie, veel stress.
  • Ga naar uw huisarts om uw persoonlijke risico te weten.
  • Met uw huisarts bespreekt u wat dit risico betekent. En wat u zelf kunt doen aan uw risico.
Film

Film

Film

Film

Wat is het

Wat zijn hart- en vaatziekten?

Ziekten van het hart en de bloedvaten noemen we hart- en vaatziekten. De bekendste zijn:

De oorzaak van hart- en vaatziekten is een vernauwing van de bloedvaten (aderverkalking). Door zo'n vernauwing krijgt bijvoorbeeld het hart niet genoeg bloed. Dan ontstaat een hartinfarct. Of de hersenen krijgen niet genoeg bloed. Zo ontstaat een beroerte.

Iedereen kan hart- en vaatziekten krijgen. Maar sommige mensen hebben een hoger risico. Dit komt doordat zij bepaalde ziekten of kenmerken hebben die het risico kunnen verhogen, bijvoorbeeld:

  • roken
  • hoge bloeddruk
  • hoog cholesterol
  • diabetes
  • nierschade (uw nieren werken minder goed)
  • reuma
  • hart- en vaatziekten in uw familie
  • te weinig bewegen
  • drugs gebruiken, met name cocaïne
  • te veel alcohol drinken
  • ongezonde voeding
  • overgewicht
  • stress of somberheid
  • uw leeftijd: mannen hebben boven de 40 jaar een hoger risico. Vrouwen boven de 50 jaar. Ook vrouwen in de overgang die tussen de 40 en 50 jaar zijn hebben een hoger risico.
  • uw geslacht: mannen hebben een hoger risico dan vrouwen
  • een Turkse, Afrikaanse (Sub-Sahara), Hindoestaanse, Aziatisch-Surinaamse of Caribische achtergrond.
Risico: hoe weten?

Hoe weet ik hoe hoog mijn risico op hart- en vaatziekten is?

Misschien heeft u zelf al wel eens nagedacht over uw risico op hart- en vaatziekten. Bijvoorbeeld omdat u heel gezond leeft. Of juist niet. Uw huisarts kan u meer duidelijkheid geven over uw risico. Om uw risico te kunnen schatten zal uw huisarts u vragen stellen. Deze vragen gaan over kenmerken die uw risico beïnvloeden. Bijvoorbeeld over:

  • roken
  • hart- en vaatziekten in uw familie
  • wat u eet en drinkt
  • bewegen (sporten)
  • stress en somberheid

Ook zal uw huisarts meestal:

  • uw bloeddruk meten
  • uw gewicht en lengte meten
  • bloedonderzoek doen naar suiker, cholesterol en de werking van uw nieren
  • urineonderzoek doen naar eiwit. Teveel eiwit in de urine wijst op nierschade.

Hiermee kan de huisarts schatten hoe groot uw risico is.

Belangrijk: zo’n schatting is geen zekerheid. Het komt bijvoorbeeld voor dat iemand met een hoog risico toch heel oud wordt. En iemand met een laag risico kan toch een hartinfarct krijgen.

Een andere manier om meer over uw risico te weten is door uw hartleeftijd te berekenen.

Risico: wat betekent het?

Wat betekent risico op hart- en vaatziekten?

Uw arts schat in hoeveel risico u heeft om binnen 10 jaar te overlijden aan een hart- en vaatziekte.
Dit risico kan laag/matig zijn, hoog of zeer hoog:

  • Minder dan 5 van de 100 mensen met laag/matig risico overlijden binnen 10 jaar aan een hart- en vaatziekte.
  • 5 tot 10 van de 100 mensen met een hoog risico overlijden er binnen 10 jaar aan.
  • Meer dan 10 van de 100 mensen met een zeer hoog risico overlijden er binnen 10 jaar aan.

Als u een hoog of zeer hoog risico heeft, heeft u natuurlijk ook meer kans op blijvende klachten. Blijvende klachten zijn bijvoorbeeld:

  • verlamming aan 1 kant van het lichaam door een beroerte
  • niet meer kunnen praten door een beroerte
  • nog maar weinig kunnen doen door benauwdheid na een hartinfarct.
Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder als ik mijn risico op hart- en vaatziekten weet?

Deze tekst is aangepast op
NHG

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?